Biertap problemen.

Hieronder behandelen we diverse problemen die op kunnen treden bij het tappen van bier.

Het bier schuimt te veel.
  • De CO2-druk is te laag ingesteld, zie CO2-tapdruk inregelen bij Tapdruk.
  • De rubbers van de fustkoppeling zijn beschadigd, of de rubbers van de leidingen.
  • Verkeerde afmetingen van de bierleidingen, de binnendiameter van de bierleiding moet hetzelfde zijn als de binnendiameter van de bierspiraal, dit geldt ook voor de uitloop van de biertapkraan.
  • Vervuilde bierleidingen, reinig regelmatig de bierleidingen. U kunt ons altijd bellen voor advies of bestel de juiste reinigingsset.
  • De bierkoeler koelt niet goed, kijk even of er nog voldoende water aanwezig is en of de condensor schoon is.
  • De bierspiraal is te kort, dit kan eventueel opgelost worden door het installeren van een compensatorkraan.
  • De capaciteit van de koeler is niet voldoende.

Het bier is niet koud.
  • De koeler is defect.
  • De capaciteit van de koeler is onvoldoende, dan gaat het bier ook erg schuimen.
  • De opslagtemperatuur van het bierfust is te hoog ten opzichte van de capaciteit van de koeler. De opgegeven capaciteit van de koeler gaat uit van een bierfusttemperatuur van 10 graden Celsius. Hoe hoger de temperatuur van het fust hoe lager de tapcapaciteit.
  • De condensor is verstopt, of niet schoon, of de condensor lekt waardoor het koelgas ontsnapt is.

Het bier smaakt niet goed.
  • De bierleidingen zijn vuil.
  • Het bier is bedorven.
  • Het bierfust is te lang aangesloten.

De bierkoeler is bevroren.
  • De thermostaat is defect.


TIPS & TRICKS voor het tappen van bier.
Het is niet moeilijk om bier te tappen maar er zijn wel een aantal zaken waar u rekening mee moet houden.

VUISTREGELS:
1.) Een goed schoongemaakte bierinstallatie is een voorwaarde voor een optimale kwaliteit van het door u getapte bier. De bierkwaliteit is optimaal als het biervat de brouwerij verlaat. Het bier verliest zijn originele smaak wanneer het langdurig in contact is met vervuilende componenten in de omgevingslucht. Dit gebeurd voornamelijk bij de tapkop (KEG) en de tapkraan. Besteed aandacht aan deze componenten tijdens het reinigen, reinig of desinfecteer deze componenten goed en regelmatig volgens de richtlijnen van het drankuitgiftesystemen.  

2.) De werkdruk die u instelt op de CO2- of N2-drukregelaar is cruciaal voor een goede bierstroom uit de tapkraan.

De juiste bedrijfsdruk is afhankelijk van:
  • Het biermerk.
  • Het gebruikte toevoergas, CO2 of N2.
  • De bierleidinglengte van het biervat tot de tapkraan.
  • De binnendiameter van de bierslang.
  • De opslagtemperatuur van het biervat.
  • De serveertemperatuur vanuit de bierkraan.
  • De gebruikte bierkraan.
  • Het materiaal van het gebruikte bierglas (glas, PET-beker, wegwerpbeker).

3.) Verschillende doorsneden van de bierleiding (binnendiameter) bij een biertapinstallatie moeten worden vermeden. Uw biertap moet altijd dezelfde binnendiameter hebben, van de tapkop (KEG) tot het aansluitmondstuk op de tapkraan. Bij een vrij verkrijgbare koelinrichting (tafelmodel) komt de gebruikte aansluitleiding voor dranken vaak niet overeen met de koeleenheid. Controleer, bij een onregelmatige uitlaatsnelheid van het bier uit de tapkraan, de leidingdoorsnede van het gehele tapsysteem!  

4.) Niet elke tapkraan is geschikt voor elke tapinstallatie. Afhankelijk van het gewenste debiet gemeten in liters per uur (l/h) en het daadwerkelijke tap- en koelvermogen van de gebruikte flowkoeler wordt vaak de verkeerde tapkraan gekozen. Wij adviseren u graag als u hierover aanvullende informatie nodig heeft.  

5.) Waar komt de "blub" of zelfs de "blub blub" vandaan?
We worden regelmatig telefonisch om advies gevraagd als gedurende het tappen van bier een grote luchtbel met een "blub" in het glas geschonken wordt. Het resultaat is vaak een bijna volledig met schuim gevuld bierglas, dit is natuurlijk niet wat u wenst.

Hieronder vindt u onze tip voor onrustige kranen bij een koelapparaat op een aanrechtblad (tafelmodel apparaat):
Controleer de functionaliteit van de dispensorkop (KEG). Zelfs een licht defecte hoofdafdichting of versleten O-ringen op de tapkop kunnen ervoor zorgen dat het CO2 rechtstreeks in de bierslang en niet in het biervat terecht komt. Demonteer de dispensorkop en controleer deze componenten.

Onze tip voor onrustige kranen op een onderbouwkoelkast met dispenser:
Controleer de functionaliteit van de dispensorkop (KEG). Zelfs een licht defecte hoofdafdichting of versleten O-ringen op de tapkop kunnen ervoor zorgen dat de CO2 rechtstreeks in de bierslang en niet in het biervat terecht komt. Demonteer de dispensorkop en controleer deze componenten.
Het gekoelde bierleidingtraject van de onderbouwkoelunit (doorstroomkoeler) naar de tapkraan moet goed worden geïsoleerd om ongewenste opwarming tegen te gaan. Slecht geïsoleerde leidingen, zelfs enkele centimeters, zijn warmtebruggen. In dit gebied zet niet alleen de drank uit, maar ook het CO2 in de drank, hierdoor kan de bovengenoemde "blub" ontstaan.

Is uw probleem nog steeds niet opgelost bel 0299748100 of mail ons wij helpen u graag verder